Hora Kota
Bonga
- World
- Angola
- 2012
- Leverbaar
- CD jewelcase
Hora Kota (wat letterlijk betekent ‘de tijd van de ouderen’) is Bonga’s dertigste album, met daarop elf nieuwe weergaloze nummers over de huidige staat van zijn geboorteland Angola. Na lange afwezigheid is hij hier weer naar teruggekeerd.
Bonga werd geboren als José Adelino Barcelo de Carvalho in Kipri (Angola) in 1943, maar veranderde in zijn tienerjaren zijn naam in Bonga Kuenda en liet toen al een duidelijk bewustzijn zien t.o.v. de realiteit van de Portugese kolonisatie. Hij leerde over muziek van zijn vader, een visser en accordeonist en begreep al snel de potentiële impact als het werd gekoppeld aan de politieke aspiraties van zijn generatie en een onuitputtelijke melancholische geest. In het midden van de jaren ’60 brachten de atletische talenten van Bonga hem in Portugal. Daar werd hij ironisch genoeg de nationale 400-meter kampioen onder zijn geboortenaam, terwijl hij een actieve rol speelde in de Popular Movement for the Liberation of Angola. Toen het Salazar regime eindelijk doorhad dat hij een dubbelrol speelde, vertrok hij net op tijd naar Rotterdam. In 1972 werd zijn album Angola 72 een van de eerste echte successen in de wereldmuziek, met daarop de eerste prachtige versie van Sodade, later erg populair geworden door Kaapverdiaanse diva Cesaria Evora. Nederland, Parijs, België, Lissabon: Bonga heeft inmiddels overal en nergens gewoond – en op al deze plekken wordt zijn grote talent gewaardeerd. Zijn raspende, krachtige stem is onmiddellijk herkenbaar en iedereen die naar zijn albums luistert blijft van begin tot eind geboeid. Het album heeft twee speciale duetten: “Angola”, dat ook is uitgebracht door de Franse zanger Bernard Lavilliers op de CD “Causes Perdues et Musiques Tropicales” en “Dikanga”, een duet met Agnès Jaoui (bekende Franse actrice). Bonga wordt begeleid door Betinho Feijo op gitaar, Juvenio Cabral op bas en percussie en bespeelt zelf de dikanza (Angolese ‘schraapstok’). Op Hora Kota hoor je duidelijk zijn verbondenheid, maar ook zijn zorgen om z’n moederland Angola. Aan de ene kant drukt Bonga de Angolezen op ’t hart om nooit hun geboorteland te verloochenen, aan de andere kant onderstreept hij in zijn teksten ook de verschrikkelijke tegenstelling tussen rijk en arm in het land.